Bijgewerkt op december 30, 2025
by PushtoLearn

Past Simple: Uitleg, Oefenen

De Past Simple-tijd wordt gebruikt om te praten over handelingen en situaties die in het verleden zijn gebeurd. Leer hoe je bevestigende, ontkennende en vragende zinnen vormt met duidelijke regels en voorbeelden.

Oefeningen


Bevestigende zinnen

Bij regelmatige werkwoorden voeg je -ed toe aan het werkwoord.
Bij onregelmatige werkwoorden gebruik je de tweede vorm (V2) uit de lijst met onregelmatige werkwoorden.

Voorbeelden:

She worked abroad.

My uncle lived here.

Harry wrote many books. (irregular)

Het werkwoord to be heeft speciale vormen in de verleden tijd:

I/He/She/It – was

We/You/They – were

Voorbeelden:

She was angry yesterday.

We were young and happy.

Ontkennende zinnen

Gebruik did not (didn’t) + basisvorm van het werkwoord.
Did is de verleden tijd van do en wordt gebruikt bij alle personen.

Voorbeelden:

She didn’t work abroad.

Harry didn’t write many letters.

His uncle didn’t live here.

Met to be voeg je gewoon not toe na was/were:

I wasn’t tired yesterday.

They weren’t here two days ago.

Vragen

Vorm vragen met Did + onderwerp + basisvorm van het werkwoord.

Voorbeelden:

  • Did she work abroad?
  • Did Harry write many letters?
  • Did your uncle live here?

Voor speciale vragen voeg je een vraagwoord (QW) toe aan het begin:

  • Where did she work?
  • What did Harry write?
  • When did he live here?

Met to be verwissel je was/were met het onderwerp:

  • Was Harry a good writer?
  • Were your parents at home last night?

Wanneer gebruiken we de Past Simple?

Korte handelingen in het verleden

  • She worked abroad two years ago.
  • I met my old friend yesterday.

Afgeronde handelingen (geen verband met het heden)

  • He was a famous singer.
  • She worked abroad for 20 years. (not anymore)

Handelingen die niet meer kunnen gebeuren

  • Mary won a math medal when she was a student.
  • My grandmother once sang with Freddie Mercury.

Reeks van handelingen in het verleden

  • She entered, looked around, and screamed.
  • I woke up, washed my face, and brushed my teeth.

Tijdsaanduidingen bij de Past Simple

We gebruiken de Past Simple vaak met woorden die aangeven wanneer de handeling plaatsvond:

yesterday

the day before yesterday

just now

last night / last week / last month / last year

an hour ago / two days ago / five years ago

in 1992

at 6 o’clock

Gerelateerde onderwerpen
@ 2025 PushtoLearn